terug naar overzicht

De juf leert anders kijken…

1 maart 2016

In deze vervolgblog van Annemarie een praktijkvoorbeeld naar aanleiding van het Europees onderzoek 'Creative Little Scientists'.

Door Annemarie Roël-Looijenga, kleuterjuf en onderzoeker aan de TU Delft

In een eerdere blog vertel ik hoe ik ben gekomen tot anders kijken naar onderwijs. Een mooi voorbeeld van het resultaat van mijn veranderde insteek geeft de volgende gebeurtenis.

In het kader van het kinderboeken-week-thema ‘Raar maar waar’ wilde ik kinderen (4 tot 6 jaar) anders laten kijken naar bekende dingen. Ik had bedacht dat zij een hoeveelheid natuurlijk herfstmateriaal zelf mochten sorteren. Vroeger zou ik het begin hebben bedacht, bijvoorbeeld op kleur laten sorteren. Nu was ik vooral geïnteresseerd in wat de kinderen als begin zouden kiezen.

Nou, dat was nog niet makkelijk. Jonge kinderen hebben nog niet zoveel kennis over de overeenkomsten en verschillen van eigenschappen van natuurlijk herfstmateriaal paraat.

herfstbladerenVroeger zou ik dat als een mislukking gezien hebben. Nu prikkelde het mijn nieuwsgierigheid en reflecteerde later met de klas op de opdracht. Ik had nog geen duidelijk idee over de oorzaak van het moeizaam verlopen van de opdracht, maar ik herkende dat het begin te vaag was. Ik dacht dat het materiaal dat gesorteerd moest worden mogelijk te onbekend voor de kinderen was, dus ik stelde de kinderen voor om in plaats van herfstblaadjes, takjes en vruchten kinderen te sorteren. Ik vroeg een kind om een kleedje op de grond te leggen.

Vervolgens zei ik “Als jij nou kinderen op dat kleedje zou zetten, die allemaal iets hetzelfde hebben, wat zou dat iets dan zijn?” Tot mijn verbazing en vreugde zei hij –na enig nadenken- dat dat iets ‘rustig’ zou zijn. Vreugde, omdat hij het helemaal niet moeilijk vond om ‘iets’ te bedenken. Verbazing, omdat ‘iets’ helemaal geen uiterlijk kenmerk was, maar een gedragskenmerk. Dit kind zag het begin van de opdracht vanuit een heel ander perspectief dan ik.
Vervolgens liet ik hem de kinderen die hij ‘rustig’ vond op het kleedje zetten. Dat was interessant, een overeenkomst hadden we gevonden.

Nu nog verschil; want daar gaat sorteren ook over. Ik vroeg een ander kind om ook zo’n kleedje te maken. Zij koos over het algemeen andere kinderen, maar één kind was ook op het eerste kleedje gekozen. Dat was leuk!
Om nog meer verschil te kunnen waarnemen, vroeg ik een actief en beweeglijk jongetje om ook een kleedje te maken. Hij koos weer andere kinderen dan de eerste twee kinderen, maar dat ene kind, dat op de eerste twee kleedjes voorkwam, kwam ook op zijn kleedje terecht.

Ons gezamenlijk ‘begin’ hebben we gevonden. Ik kan daar nu steeds op teruggrijpen als we weer gaan sorteren en onze vaardigheid in waarnemen, en onze kennis over sorteren gaan uitbreiden.

Stel je voor dat ik de kinderen op kleur had laten sorteren? Dan had ik niet ontdekt dat ze al zo goed konden sorteren. Gewoon door te luisteren naar de kinderen ‘zag’ ik het. Zij waren mijn leraren en ik was hun leerling.