terug naar overzicht

Een slimme mees of juf weet handige psychologische ‘stuff’

29 februari 2016

In deze blog schrijft Annemarie Roël-Looijenga over hoe een studiedag met gastspreker Steven Pont haar aan het denken heeft gezet en hoe ze deze ervaringen toepast in haar dagelijkse manier van lesgeven.

Door Annemarie Roël-Looijenga, kleuterjuf en onderzoeker aan de TU Delft. 

Reflectie in het zwembad

Elke week sta ik in de rij voor de kassa van het zwembad en kom dan dezelfde mensen tegen. We bespreken dan onze actuele bezigheden. Ik vertelde dat ik oudergesprekken had én een studiedag over ‘passend onderwijs’. Op de vraag naar het onderwerp van de dag antwoordde ik: “De hoofdspreker van de dag was Steven Pont, die sprak over hechting en zelfbeeld.” Ik kreeg een meelevende reactie: “Als juf moet je tegenwoordig een halve psycholoog zijn!” Ik antwoordde: “Dat is niet erg; het vergemakkelijkt mijn werk en maakt het leuker.” Ik kreeg een vragende blik terug, dus ging ik verder: “Als ik het gedrag van een kind begrijp, verandert mijn gevoel over dat vervelend gedrag. Ik ervaar het niet langer als storend, maar als belangrijke informatie over de behoefte van dat kind.”

Onder het zwemmen dacht ik hier verder over na en zag drie niveaus, waarop dit veranderde weten een positieve invloed heeft:

  1. Het kind niveau: Ik, de leerkracht, vertoon geen afwijzende reactie naar het kind toe, waardoor het kind zich veilig (blijft) voel(en) bij mij en open is en blijft voor mijn leeraanbod.
  2. Het leerkracht niveau: Ik, de leerkracht, kan mijn aanbod aanpassen aan dat kind. Ik kan bijvoorbeeld eerst beginnen met zelfsturing te leren, voor ik met cognitief aanbod kom.
  3. Het maatschappij niveau: Een kind dat zichzelf weet te sturen, zal geen moeite hebben met de maatschappij van de toekomst (zie ook Nationale Denktank 2015, ‘het leren van de toekomst’).

Groeien naar gewenst gedrag 

Doordenkend over de behoeften van een kind om te kunnen groeien naar gewenst gedrag, stelde ik mijzelf de vraag: “Hoe kan een leerkracht een kind helpen zichzelf te sturen?” Een mooie ingang biedt het Wetenschap & Technologie onderwijs en dan met name het deel ‘onderzoekend en ontwerpend leren’, waar ik onderzoek naar doe op de TU Delft. In ‘onderzoekend en ontwerpend leren’ zijn zelfsturende vaardigheden, inclusief creativiteit heel belangrijk.

Creative Little Scientists 

Een paar maanden geleden las ik een verslag van een Europees onderzoek naar Wetenschap & Technologie onderwijs in verschillende landen getiteld “Creative Little Scientist”. N.a.v. gesprekken met leraren en beleidsmakers komen de onderzoekers tot aanbevelingen over de inhoud en methodiek van W&T onderwijs. Wat mij vooral trof was hun conclusie ten aanzien van gedrag: Als je jonge kinderen de gelegenheid geeft om actief te leren, ontwikkelen ze een actieve werk- en leerhouding, die hen later goed van pas komt.

bnr4

Actief leren

Het actief leren kan gebeuren op verschillende manieren. Door:

  • spelen en exploreren
  • plezier en motivatie
  • dialoog en samenwerken
  • probleem oplossen en nieuwsgierigheid
  • vragen stellen en redeneren
  • de leefwereld van het kind te koppelen aan de leeromgeving

Hierover doordenkend kwam ik tot de volgende gedachten:

Al deze manieren helpen dus vaardigheden te ontwikkelen die horen bij een actieve werk- en leerhouding die bestaat uit:

  • weten wat je wil onderzoeken
  • de opdracht graag willen doen
  • in staat zijn tot teamwork
  • graag willen weten hoe zaken in elkaar steken
  • begrijpen wat de oorzaak van een gevolg is
  • zelfbewust een opdracht uitvoeren

Gedrag geeft informatie

Terugkomend op mijn gedachte in de inleiding: “Als ik het gedrag van een kind begrijp, verandert mijn gevoel over dat vervelend gedrag. Ik ervaar het niet langer als storend, maar als belangrijke informatie over de behoefte van dat kind.” herken ik in de klas regelmatig ‘vervelend’ gedrag, dat ik als ‘een roep voor handvatten om een ontwikkeling van een actieve werk- en leerhouding te kunnen beginnen’ kan opvatten.  Denk aan gedrag zoals verveeld, onwillig, onverschillig, passief, onbereikbaar in hun eigen wereld zijn en steeds maar welles/nietes discussies aangaan.

Handvatten voor deze kinderen

Deze kinderen staan niet open voor leren en gaan niet uit zichzelf aan de slag. Handvatten voor deze kinderen vond ik door de aanbevelingen van de website ‘Creative little scientists‘ te interpreteren, omdat ik door hun informatie werd getroffen door herkenning. Herkenning van mijn eigen praktijk als leerkracht jonge kind en als leerkracht wetenschap en techniek. De pijnpunten werden heel precies aangestipt en verwoordt. Ook de potentie van het onderzoekend en ontwerpend leren kwam voluit naar voren. Ik had echt het gevoel: “Dit is een begaanbare weg en een weg die toe leidt naar ontwikkeling van onderwijs en kinderen.” Het is niet toevallig dat in het rapport van de ‘Nationale denktank 2015’, ‘Het leren van de toekomst’, dezelfde accenten legt; op een uitgebreidere toepassing van kennis over de ontwikkeling van het jonge kind, het belang van ruimte voor reflectie en persoonsvorming en een lerend onderwijssysteem.

De handvatten, volgend uit interpretatie van van Creative Little Scientist, luiden als volgt:

  • vrij spel te bieden in het kader van de opdracht
  • plezier te laten ontdekken
  • hen verschillende gezichtspunten te tonen
  • oplosbare problemen te bieden
  • voor te doen hoe vragen te stellen
  • te vragen naar hun wereld

Praktische aanbevelingen voor een actieve leerhouding 

Behalve voor het bedenken van de handvatten voor vastgelopen kinderen, zijn er in ‘Creative little scientists’ vele praktische aanbevelingen te vinden om onderwijs zo te maken, dat het alle kinderen stimuleert actief te leren. Ik heb er in mijn redeneren en reflecteren (over mijn eigen aanbod) veel aan gehad:

De belangrijkste: Zorg dat er een cyclische ontwikkeling van het onderwijs op gang komt, door doorgaande evaluatie en verbetering. Beter klein beginnen en groot eindigen, dan groot beginnen en vastlopen.

Verdere aanbevelingen passend bij het onderwerp ‘ontwikkeling van actieve werk- en leerhouding’ vindt u hier.

Hierdoor ben ik gekomen tot anders kijken naar onderwijs. Eerst zag ik onderwijs als een weg van een door mij bedacht begin naar een door mij bedacht einde, maar nu ervaar ik die weg als doodlopend.  Onderwijs beleef ik nu als een weg van een bestaand begin naar steeds beter, een evolutie, waarbij de grootste kunst is: Dat ‘begin’ te vinden!

Een mooi voorbeeld van het resultaat van mijn veranderde insteek is geeft de volgende blog: de juf leert anders kijken.