Met kinderen brainstormen over een duurzamere wereld
Hoe laat je kinderen ideeën bedenken voor een duurzamere wereld?
Voor mijn studie Science Communication loop ik – Pauline Timmers – stage bij het Wetenschapsknooppunt en wil ik graag kinderen en hun ouders samen laten nadenken over duurzaamheid en hergebruik. Om te ontdekken hoeveel kinderen uit groep 5/6 al van duurzaamheid weten organiseerde ik een brainstorm met een tekening als startpunt. De eerste workshop liep niet helemaal zoals gepland, de tweede wel. De inzichten die ik daaruit heb opgedaan en tips voor een goede tekening en probleemintroductie, deel ik in dit blog.
Eerste workshop
Kinderen van de International School Delft uit groep 6/7 hebben eens per week de kans om een halfuurtje te gaan knutselen, buiten de reguliere lessen om. Deze keer kregen ze een korte workshop over duurzaamheid. Ik had vellen meegenomen met drie verschillende settings: de oceaan, een park en een huis. Er was genoeg ruimte om ideeën te verzinnen voor oplossingen van problemen, of om te schetsen hoe een ideale wereld eruit zou zien. Ook had ik het boek ‘The Great Big Green Book’ (van Mary Hoffman en Ros Asquith) meegebracht om over de problemen te praten en inspiratie op te doen. Met een groepje van 5 kinderen gingen we aan de slag. De meesten kozen de tekening van het park. Ze begonnen de bomen in te kleuren. Ik stelde wat vragen over duurzaamheid, daar dachten ze dan even overna, en dan gingen ze weer verder met inkleuren. Ik had gezegd dat ze alle materialen mochten gebruiken, dat was achteraf niet handig. Hierdoor waren ze ook tijd kwijt met het zoeken naar de juiste kleur kleurpotloden en stiften. Ook waren de bomen erg groot, waardoor het veel tijd kostte om de boom in te kleuren. Wat ook niet meehielp, was dat ze de tekening mooi vonden. Ze hadden het over ‘de tekening bewaren en ophangen’ waardoor ze waarschijnlijk niets wilden toevoegen wat het lelijk zou kunnen maken. Degene die de setting van het huis had gekozen tekende bijvoorbeeld iemand in bad, dat had helaas niks met duurzaamheid te maken. Het zou dus handiger zijn geweest als het probleem al op de tekening stond en ze daar juist ‘vanaf zouden willen’. En daarnaast zou het handiger zijn om het inkleuren minder aantrekkelijk te maken: door ze bijvoorbeeld alleen een grijs potlood te geven en de vlakken veel kleiner te maken.
Tweede workshop
Enige tijd later probeerde ik het nog eens. Deze keer met het Ecoteam van dezelfde school; een groep kinderen uit groep 3-7 die om de week een meeting van een halfuur hebben om dingen rondom duurzaamheid en hun school te bespreken. Ik had deze keer vellen mee van één specifiek probleem: afval in vijverwater. Dit probleem was al zichtbaar op de tekening. Ik begon met een Energizer om ze in de brainstorm modus te krijgen. Hiervoor had ik een woordslang gekozen, waarbij je start met een woord en er steeds een associatie wordt bedacht op het vorige woord. Daarna introduceerde ik het onderwerp: ik liet ze plaatjes zien van afval en vieze vijvers, maar ook schone vijvers (hoe het zou moeten zijn). Ik liet de kinderen vertellen wat ze zagen op de tekening. Daarna kregen ze allemaal een vel en een grijs potlood, deze keer geen kleurpotloden of stiften. Ze konden ideeën verzinnen hoe het afval in de vijver eruit kon worden gehaald, en/of hoe het voorkomen kon worden dat afval er überhaupt in kwam. Er kwamen heel veel ideeën uit! De meesten begonnen met een bordje ‘geen afval’ (tekening 2,3, en 4) of een prullenbak ernaast (tekening 3,5,7,8). Ook een net kwam vaker terug (tekening 1, 2, en 7) en mensen/machines die het afval uit de vijver hengelen (tekening 1,3,5,6,7, en 8) . Maar er waren ook veel verschillen: sommige benaderden de vijver vanuit de lucht (tekening 1 en 8), en iemand anders had juist een ondergronds gangenstelsel bedacht (tekening 2). Ze overlegden met elkaar en bleven ideeën toevoegen. Zo hadden meerdere kinderen het idee van een camera toegevoegd, die het verschil kan detecteren tussen vissen en afval. Ook de discussie op het einde was waardevol: er kwamen veel waardevolle iteraties op hun ideeën en ze stelden elkaar interessante vragen. Zo had iemand een ‘sun powered helicopter’ bedacht (tekening 6) en kwam de vraag hoe dat dan werkte als de zon niet scheen. Veel uitgebreide en goed doordachte ideeën dus!
Conclusie
Als je wil brainstormen met kinderen over duurzaamheid met behulp van tekeningen, raad ik het volgende aan:
- Zorg dat het probleem al duidelijk op de tekening te zien is. Dit moedigt kinderen aan om ideeën te verzinnen om het probleem weg te halen.
- Zorg dat er niet teveel oppervlak is wat ingekleurd kan worden, of nog beter: geef ze alleen een grijs potlood.
- Ga in gesprek over wat ze op de tekening zien.
- Bij de tweede workshop was de tekening uitgezoomd waardoor er veel witruimte omheen was. Ik vermoed dat dit hielp met ideeën verzinnen en eromheen tekenen.
- Een Energizer om ze al in de brainstormmodus te krijgen, helpt ook enorm. Een woordslang is daar een voorbeeld van; maar er zijn er nog veel meer.