terug naar overzicht

Hulp bij verwonderen

19 april 2023 — Wetenschapsknooppunt Leiden

Het lesmateriaal voor de jaarlijkse werkstukkenwedstrijd van het Wetenschapsknooppunt Leiden is dit jaar uitgebreid met een extra tool: perspectiefgericht onderwijs. Hiermee kunnen leerkrachten de blik van kinderen verbreden. Hoe ervaren leerkrachten dit?

Stap 1 van de onderzoekscyclus.

Verwonderles

Voor de werkstukkenwedstrijd begeleidt Juf Annemieke (basisschool Eben-Haëzer uit Boskoop) haar leerlingen tijdens hun onderzoek. ‘Mijn leerlingen bedenken zelf wat ze gaan onderzoeken. Eerst ontdekken we samen waar ze nieuwsgierig naar zijn. Dan maken we een onderzoeksvraag en vervolgens zoeken de kinderen het antwoord’. Waar te beginnen? Als voorbereiding op de onderzoekswedstrijd bedacht Annemieke een verwonderles.

Samen verwonderen

‘Voor mij is het belangrijk dat ik snap welke stappen mijn leerlingen zetten. Stel, ik ben een leerling, waar zou ik mij dan over verwonderen? Waar zou ik onderzoek naar willen doen? Toen ik in hun schoenen ging staan, zag ik al snel dat een onderzoeksvraag maken best een uitdaging is. Toen dacht ik, ik wil met de kinderen meedoen. We gaan ons samen verwonderen!’.

Buffalolarven

‘Het idee voor mijn verwonderles ontstond in een museum. Ik proefde daar een paar bruine wormpjes en wat bleek, het waren buffalolarven! Wow, wat een interessante insecten, daar wil ik meer over weten’, dacht ik. ‘Op het bord in de klas hing ik een grote afbeelding van kronkelende wormpjes. Ik vertelde de kinderen dat ik dit had gegeten. Ze voelden glibberig aan, maar de smaak was neutraal. En de mevrouw uit het museum vertelde mij dat dit eigenlijk vissenvoer is…!’, zei ik. ‘Vissenvoer zie ik jullie denken, ja echt!. Oh, dat lijkt me wel vies, klonk het in de klas. En hier ben ik dus nieuwsgierig naar’, zei ik. ‘We gaan een onderzoeksvraag over buffalolarven bedenken!’.

Symbolische brillen in de klas.

Kijken door verschillende brillen

‘Een roze ronde bril, een zwarte modieuze bril, een witte stipjesbril. Op de tafels in de klas had ik verschillende brillen gelegd die ik met kaartjes aan de perspectieven had gekoppeld. Zo was er een Gezondbril, Milieubril en de Rekenbril. Mijn leerlingen moesten door verschillende brillen en dus vanuit verschillende kanten naar buffalolarven kijken. Wat zijn de effecten op je gezondheid, als je deze larven eet?, bedacht iemand. En zou je van de huid van deze buffalo larven kledingstukken kunnen maken?, schreef een andere leerling op. Creatief hè?!’.

Energie door verwonderen

Met elkaar bedachten we veel vragen over één onderwerp. De kinderen oefenden met out of the box te denken. Ze keken dus breder naar onderwerpen dan ze gewend waren. En we merkten dat je tijdens dit proces eigenlijk automatisch nieuwsgierig wordt. Verwonderen komt dan ook eigenlijk vanzelf. En dat verwondergevoel, dat is heel gaaf. Dan ga je echt aan! “We krijgen energie om dit uit te zoeken juf”, zeiden mijn leerlingen. Zo had ik een mooi bruggetje naar hun eigen onderzoek’.

Begeleiding

‘De perspectieven geven mij ook nieuwe energie voor het begeleiden van de onderzoeken. Help een black-out, dacht ik vorig jaar wel eens. Ik wist lang niet altijd welke kant ik op moest denken als de kinderen vragen hadden over hun onderwerp. Soms was ik ook best sturend richting mijn leerlingen. Dan bedacht ik een onderzoeksvraag voor ze. Terwijl ik voelde: wij vinden dit eigenlijk helemaal niks. Nu zet ik zelf ook gewoon een andere bril op: ik kijk met mijn leerlingen mee’.

Perspectiefgericht onderwijs

Het ICLON heeft het curriculum voor het primair en voortgezet onderwijs uitgewerkt in twintig manieren van kijken, denken en werken die we perspectieven of brillen noemen. Met deze perspectieven kan elk onderwerp of thema vanuit verschillende kanten worden bevraagd en gaan leerlingen op zoek naar antwoorden. Bovendien ontdekken leerlingen in dit proces wat zij zelf en anderen belangrijk vinden. Perspectieven openen dus een wereld voor de leerling en de leerling voor de wereld.