terug naar overzicht

Een nieuw beroep voor Reken Bever

23 juni 2023

In dit blog beschrijft Remke Klapwijk zeven tips voor onderzoekend en ontwerpend leren, gebaseerd op het werk van pabostudenten van Thomas More. Zij laten zien dat het helemaal niet zo lastig hoeft te zijn!

Onderzoekend & ontwerpend leren invoeren op school oogt als een enorme klus, de nieuwe lessen bedacht door PABO-studenten van de Thomas More Hogeschool bewijzen het tegendeel. Door slim gebruik te maken van de mogelijkheden binnen de school bedachten Esmee Baars, Tessa Emons en Lisa van Veen speelse ontdekactiviteiten waar leerlingen graag aan meedoen: een beroepenproject voor kleuters en een leerlijn over dieren voor groep 1 tot 8. De overeenkomst: korte, uitvoerbare activiteiten die zorgen voor een onderzoekende en creatieve houding met behulp van eenvoudige materialen. In dit blog staan onderzoekende en ontwerpende kleuters centraal die de wijk in gingen om beroepen te zoeken.

De start: Reken Bever is verdrietig

In dit project bedacht en uitgevoerd door Esmee Baars gaan kleuters op zoek naar een nieuw beroep voor Reken Bever. De kinderen kennen Reken Bever al, hij wordt vaak gebruikt tijdens de rekenactiviteiten.  Als de kinderen terugkomen van het buitenspelen staat Reken Bever op tafel. Hij is enorm verdrietig, hij heeft een traan op zijn gezicht, er ligt een plasje tranen op tafel.

De kleuters gaan in de kring zitten. “Wat is er aan de hand met Reken Bever?” vraagt Esmee. Samen bedenken ze vragen om achter het probleem te komen. ‘Wat is er aan de hand, Reken Bever?’, ‘Waarom ben je verdrietig?’ en ‘Kunnen we je helpen, Reken Bever?’. Esmee stimuleert vooral het stellen van open vragen en zo leren kleuters om onderzoekende vragen te stellen. Dan blijkt dat Reken Bever het saai vindt om alleen maar te rekenen, hij wil graag iets anders erbij doen, maar weet niet welk beroep.

Alle kleuters willen de bever helpen om een nieuw beroep te vinden. Op tafels staan allerlei spullen uitgestald rondom beroepen zoals een politiepet, een bouwvakkershelm, een brandweerjas, een koksmuts, een deegroller, een oranje hesje, een reclameboekje van de supermarkt en verschillende informatie- en prentenboeken.

Na vijf minuten ervaren, voelen, kijken komen de kleuters samen en maken ze met Esmee een mindmap vol beroepen. Elk kind maakt daarna een tekening van één van de beroepen. Zo ontdekt de klas een groot aantal beroepen en zijn ze vanuit de materialen nieuwsgierig geworden naar het beroep erachter. Iedereen draagt bij aan het geheel en is zelf aan het onderzoeken en nadenken over beroepen.

Beroepenonderzoek in de buurt

De volgende activiteit is een rondwandeling in de buurt van de school. Esmee legt van te voren uit dat de klas in de wijk op zoek gaat naar nieuwe beroepen. Na een kort kringgesprek over welke beroepen ze zouden kunnen tegen komen, gaan de kleuters op stap. De focus op beroepen maakt het wandelen door de buurt doelgericht, ze gaan op zoek vanuit een vraag en met “kijkpunten”. Als echte speurneuzen ontdekken de kleuters veel beroepen: twee vuilnismannen, een bakker, bloemist, kledingwinkelmedewerker, politieagenten en nog veel meer. De meeste indruk maakt een gesprek met twee politieagenten die de kleuters een kleine rondleiding in de politiebus geven.

Eén kind mag achter het stuur, en iedereen kijkt wat er aan spullen achter in de politiebus te vinden is.

Ontwerpend aan de slag om bever te helpen

Daarna komt Esmee met een ontwerpvraag: Hoe kunnen we Reken Bever helpen te ontdekken wat hij wil worden? Esmee gebruikt hier het Hoe Kun Je (HKJ) of Hoe Kunnen Wij format, dit is een geschikte manier om ontwerpvragen te geven, zie mijn eerdere blog over HKJ vragen.

Doordat de kinderen zelf al op zoek geweest zijn naar beroepen, hebben ze al veel kennis en ervaring opgedaan. Ze bedenken heel veel verschillende ideeën zoals een “kledingkast met allemaal kleren van beroepen en dan uitproberen” of “een dagje met mama en papa mee naar het werk”. Als een kleuter later in de week nog een nieuw idee krijgt, schrijft Esmee het idee op het digibord.

In ontwerpprocessen worden ideeën ook uitgewerkt. In onze formatieve evaluatie aanpak Ontwerpen in Beeld noemen we dit “ideeën tot leven brengen”. Met de hele klas worden de ideeën verder uitgewerkt via tekeningen. Esmee heeft van tevoren verteld dat de klas de drie meest gekozen ideeën daadwerkelijk gaan proberen te maken.

Zo maakt een groep kleuters voor bever een kledingkast met allemaal kleding van beroepen die hij kan uitproberen. Elke nacht test bever een ontwerp uit en vertelt hij de volgende ochtend wat hij allemaal heeft gedaan. Natuurlijk hebben de kleuters zelf ook alles uitgeprobeerd in de speel- & werklessen!

Zeven succesfactoren voor onderzoekend en ontwerpend leren

Ik ben heel enthousiast over dit project omdat er een aantal succes-ingrediënten in zit:

  1. Vanuit de eigen leefomgeving: de start met een personage (de Reken Bever) waar kinderen al bij betrokken zijn;
  2. Tastbaar, echte materialen en op stap naar buiten: met een doel (ontdekken van beroepen) onderzoek doen in de eigen buurt met behulp van eenvoudige materialen;
  3. Doelgericht: Kleuters bij elke stap goede uitleg geven over het doel, we zoeken een beroep voor Bever, zoals bij de wandeling in de buurt;
  4. Open: de activiteiten zijn zowel open als doelgericht. Het doelgerichte zorgt ervoor dat ze weten waar ze naar op zoek zijn, terwijl het project open is en er veel ruimte is voor divergent denken (ofwel alle kanten op denken);
  5. Veel korte, activerende activiteiten die samen een geheel vormen: er wordt steeds om inbreng van de kleuters gevraagd, bijvoorbeeld zelf vragen bedenken voor bever
  6. Inzichten documenteren: inzichten van kinderen worden tijdens het proces vastgelegd in woord en tekening en zijn zichtbaar in het klaslokaal, waardoor ze voortbouwen op eerdere inzichten;
  7. Onderzoeksvaardigheden en ontwerpvaardigheden worden gecombineerd aangeleerd: het onderzoeken en ontwerpen wordt afgewisseld, doordat ze creatief aan de slag mogen gaan, zoals de kledingkast met beroepskleding ontwerpen. Hierdoor wordt de eerder opgedane kennis uit onderzoek verdiept.

De leerkracht als educatieve ontwerper

Onderwijs wordt levendig en het leer- en ontdekmotortje wordt aangezet door echte materialen en het onderzoek in de wijk. Een project zoals hier beschreven kan het best vanuit een pabo-student of leerkracht ontstaan die de eigen klas en de mogelijkheden van de buurt goed kent. Dit pleit voor meer OOL activiteiten ontwikkeld door de leerkrachten zelf.

Ontwerp- en onderzoeksvaardigheden

Bij het ontwikkelen en uitvoeren van het project heeft Esmee steeds de bijbehorende ontwerp- en onderzoeksvaardigheden benoemd, zie ook de leidraad Ontwerpend en Onderzoekend leren die ik samen met Eveline Holla schreef. Door die vaardigheden te benoemen, is heel duidelijk wat de kern van de activiteit is en wat er wordt geleerd! We merken dat deze vaardigheden studenten en leerkrachten goed helpen bij het ontwerpen van een succesvol onderzoeks- en ontwerpproject.

Leerlijn voor Dummies

Een tweede project dat vergelijkbare ingrediënten heeft is de leerlijn met onderzoeks- en  ontwerpuitdagingen rondom dieren van Tessa Emons en Lisa van Veen. Ook deze lessenserie voor groep 1 tot 8 munt uit in praktische uitvoerbaarheid, maakt gebruik van stimulerende materialen zoals speelgoeddieren en combineert onderzoek met ontwerpen!

PABO-studenten als ambassadeur van ontwerpend en onderzoekend leren

Wat wij zien is dat heel veel PABO’s het afgelopen decennium hebben geïnvesteerd in krachtig OOL onderwijs en dat veel studenten het Onderzoekend & Ontwerpend Leren helemaal onder de knie hebben en fantastische activiteiten ontwikkelen! Ik ben heel blij met deze nieuwe generatie studenten die interactief lesgeven en veel aan OOL willen doen.

Op de Thomas More Hogeschool zien we dat docenten zoals Erwin Groenenberg in zijn onderwijs de nadruk legt op het zelf ontwerpen van lessen, hij leerlingen echte ervaringen mee wil geven (maak het tastbaar met materialen!) en dat hij de toegevoegde waarde van buiten leren deelt met zijn studenten.

Lesplannen