Van ‘aanrommelen’ tot systematisch onderzoek
Hoe geef je vorm aan onderzoekend leren? Hoe kun je als leerkracht het aanrommelen en speels verkennen stimuleren? En hoe begeleid je de overgang van aanrommelen tot systematisch onderzoek? Wat werkt wel en wat niet?
Door Karin Schreuder en Remke Klapwijk
Op woensdagmiddag 27 november hebben wij (Remke Klapwijk en Karin Schreuder, projectleider Wetenschapsknooppunt EUR), een studiemiddag over onderzoekend leren voor leerkrachten uit het primair onderwijs verzorgd. Dit blog gaat over onze “lessons learned” door zodat u het aanrommelen en speels onderzoek ook met uw klas kunt uitproberen. Tijdens de studiemiddag deden we onderzoek naar hoe je grote bellen kunt blazen.
De opdracht: grote bellen blazen voor een feest
In een grote gymzaal stonden tafels met allerlei materialen, zeepjes, verschillende soorten water en chemische stofjes klaar. Direct bij binnenkomst gaven we de deelnemers de opdracht om grote en duurzame bellen voor het feest van de jarige burgemeester te maken. Deze opdracht is geschikt voor alle leeftijden, je kunt de opdracht met kleuters en ook met volwassenen uitvoeren. Wij hopen zelf nog eens bellen met een diameter van een meter te kunnen blazen!!
Aanrommelen
De manier van werken lieten we helemaal open. Men mocht alleen of in teamverband werken, direct met het materiaal aan de slag of eerst internet raadplegen. In een mum van tijd was iedereen aan de slag, werden er allerlei bellenblaasframes in elkaar gezet en met suiker, glycerine, behangerslijm en afwasmiddel uiteenlopende sopjes gemaakt en getest. Bijna alle groepjes startten de opdracht met het opzoeken van een goed recept voor bellensop op internet. Vervolgens werden er steeds kleine hypotheses geformuleerd en uitgeprobeerd (‘als ik er nu wat meer suiker bij doe, wat gebeurt er dan’, etc.). De deelnemers kregen 25 minuten tijd om tot iets te komen. Waarnemen werd ook steeds belangrijker. Zo ontdekten wij zelf tijdens het uitproberen dat schuim niet prettig is, de bel knapt. Iedereen ging in teams werken en op zoek naar een goed frame, een goed sopje of een goede blaastechniek. Eén team blies al vrij snel grote bellen en ging op zoek naar een manier om ze duurzaam te maken.
Van aanrommelen naar systematisch onderzoek
Na het speels verkennen en experimenteren hielden we een tussen bespreking. Er was erg veel ontdekt in korte tijd en vrijwel iedereen was nieuwsgierig geworden! De bespreking diende enerzijds om de ontdekkingen die gedaan waren, met elkaar te delen en anderzijds om in de volgende fase gerichter en systematischer te werken. Bij systematisch onderzoek is het handig om variabelen één voor één voor te variëren zodat duidelijk wordt welke variabele een verschil maakt en zorgt voor een goede, grote bel. Ook kun je hypotheses formuleren, “als ik er meer suiker bij doe, dan kan het water uit de bel minder snel verdampen want suiker houdt het water bij elkaar”.
In onze opdracht zaten erg veel zaken die je kon aanpassen (variabelen):
- Type bellenblaasframe
- Maat van het bellenblaasframe
- Concentratie afwasmiddel
- Verschillende hulpstoffen zoals suiker, glycerine en behangerslijm
- Verschillende bellenblaastechnieken
- Verschillende manieren om de bel op te vangen (op een natte tafel of op een tegeltje)
- Heftig of rustig roeren
Systematisch onderzoek & het ontwikkelen van mini-theorieën
Doordat er zoveel variabelen zijn, zijn er veel onderzoeksrichtingen en was ook het volgende half uur zo om. Het bellenblazen werd vanuit allerlei kanten bekeken en benaderd. Er is veel herhaling met kleine variaties. Dit leidt tot ontdekkingen: glycerine zorgt er toch niet voor dat de bel elastisch wordt, maar doet iets anders of is misschien wel overbodig. Een ander idee was dat bellen langer leven als je ze op iets nats opvangt. Nog best lastig!
In deze fase ben je als begeleider actief in het naar boven krijgen van de mini-theorietjes van de deelnemers. Waarom denken ze dat gedestilleerd water zorgt voor betere bellen? Wat is eigenlijk het verschil tussen gedestilleerd en gewoon water? En wat doen kalkdeeltjes? Een theorie die opkwam was het idee dat kalkdeeltjes het water zwaar maken en dat daardoor het vliesje in het frame aan de onderkant te zwaar wordt.
Elke theorie, kloppend of niet, is waardevol want de theorie geeft richting aan het onderzoek en zorgt ervoor dat deelnemers gaan denken over wat er gebeurt als je stofjes samenvoegt, en dan ben je aan het denken als een chemicus!
Verder is goed waarnemen, echt kijken wat er gebeurt als je iets doet, van belang, en dat kun je als begeleider stimuleren als het niet vanzelf gebeurt. Door de situatie op detailniveau te waarnemen kan je bijvoorbeeld ontdekken dat schuim de belvorming verstoort.
In de nabespreking hebben we aan de hand van de ontdekkingen van de leraren uitgelegd hoe het komt dat zeep ervoor zorgt dat je een bel kan blazen. Een goede uitleg is ook op de site van C3 te vinden. Door eerst zelf onderzoek te doen, word je nieuwsgierig naar de chemie erachter.
Reflectie op onderzoekend leren
Hoe kun je vorm geven aan onderzoekend leren? Hoe stimuleer je het aanrommelen en hoe begeleid je de overgang van aanrommelen tot systematisch onderzoek. Wat werkt en wat niet? Wij vonden het enorm leerzaam om van de deelnemers te horen hoe zij onze workshop hadden ervaren.
1. Wat maakte dat je zin kreeg om met de opdracht aan de slag te gaan?
- Het is fascinerend om die grote bel te creëren, nieuwsgierigheid
- Doel is duidelijk, proces ook deels bekend dus je kon gelijk starten
- Competitie-element
Wat we zelf een eye-opener vonden is dat vooral de mannelijke deelnemers worden aangesproken door het competitie-element, winnen van de anderen is belangrijk!. Voor de vrouwelijke deelnemers ging het meer om voor jezelf een goede prestatie neer te zetten.
2. Welk gedrag was effectief als deelnemer?
- De een observeert, de ander doet
- Trial & error
- Vooraf geen taken verdelen – allebei lekker doen
- Communiceren en samenwerken: als ik dit doe, dan …
Wat we leuk vonden om te horen is dat deelnemers onvermoede kwaliteit bij zich zelf ontdekten. Zo vertelde een deelnemer dat zij in een team meestal de denker is, maar bij deze opdracht helemaal los ging als doener. De openheid van de opdracht zorgt ervoor dat speelse kanten in jezelf boven komt.
3. Welke elementen uit de leeromgeving werkten stimulerend?
- De materialen
- De ruimte, je mocht morsen
- De boodschap ‘Ga lekker je gang’
- Je kunt de andere groepjes zien, dat inspireert, vooral als bij anderen iets lukt wat bij jou niet lukt
Als begeleiders konden wij hier ook mooi gebruik van maken. Als het bij een groep niet lukt om goede bellen te blazen, weet je meestal niet of het komt door het sopje, het frame of de blaastechniek. Wij stimuleerden ze dan om het sop van een groep te lenen waarvan we zeker wisten dat het sop goed was, zo test je de kwaliteit van je frame en bellenblaastechniek.
4. Welke interventie van de begeleider werkten goed?
- Open setting, team mocht het echt op eigen manier aanpakken
- Begeleider stelde vragen waarmee ze het team verder liet zoeken.
- Begeleider gaf feedback.
- Begeleider stimuleerde om als er geen goede bel kwam na te gaan waar het aan lag. Bijvoorbeeld door het frame te testen met een zeepsop waarmee een andere groep goede bellen kon blazen.
- Begeleider gaf terugkoppeling vanuit theorie en stipte daarmee de zone van naaste ontwikkeling aan.
Het was erg leuk om deze reacties te krijgen, vooral omdat we deze workshop voor het eerst gaven. De workshop is ontwikkeld door de Artevelde Hogeschool uit Gent (Van Houte e.a. 2013) en naar ons idee een goede illustratie van onderzoekend leren. Wij vonden het handig om van te voren zelf het bellen blazen uit te proberen omdat je dan bij de anderen herkent wat ze meemaken, al waren wij wel weer versteld van de creativiteit in deze groep. Kennis helpt ook, maar het is tegelijkertijd bij zo’n open opdracht onmogelijk om alles te weten. Dat hoeft ook niet, je kan leerlingen die enthousiast geworden zijn, stimuleren om zich verder te verdiepen in het bellenblazen. Met name op Wikipedia (Nederlandstalig en Engelstalig) is zowel praktische informatie te vinden als achtergronden.
In de klas
De meeste leerkrachten achten het onderzoek naar grote, duurzame bellen zinvol en bruikbaar om op school te doen. Eén leerkracht opperde dat buiten te doen in het voorjaar, gezien de nattigheid die met deze opdracht gepaard gaat. Een andere leerkracht begeleidt wel vaker onderzoeksopdrachten en benadrukte dan richting zijn leerlingen dat het resultaat niet zo belangrijk was, als het proces maar goed doorlopen was. Na deze middag nam hij zich voor wat meer aandacht voor het resultaat te hebben want het is niet leuk als je erg je best doet en je het gewenste resultaat niet behaalt.
Zelf aan de slag
Bent u enthousiast geworden en wilt u ook aan de slag met uw klas? Hieronder vindt u nog enige links en de titel van een boek over zeepbellen blazen. Download het boodschappenlijstje dat wij gehanteerd hebben. Ook kunt u bij het Wetenschapsknooppunt LDE de workshop ‘Van aanrommelen tot Systematisch Onderzoek’ als teamtraining aanvragen. Succes met de zeepbellen!
Links en boek over bellen blazen
- Twee handige recepten: www.erdkamp.nl
- Filmpje met supergrote bellen op www.zozitdat.nl
- Uitleg over frames en het maken van verschillende soorten sop. (Volgens deze site helpt glycerine niet bij het maken van duurzame bellen.)
- Nog een recept.
- Uitleg over zeep.
- Boek ‘Jonge Kinderen, Grote Onderzoekers en de Leraar’. Hilde van Houte, Kirsten de Vlieger en Jozefien Schaffer, Bazalt Educatieve Uitgeverijen, oktober 2013
Tags: Onderzoekend leren, Producten onderzoeken, Spelenderwijs onderzoeken, Onderzoekscyclus, Verwonderen, Verkennen, Onderzoek opzetten